Naastplaatsingen bij vuilcontainers zijn in Rotterdam de nachtmerries voor de verantwoordelijke wethouder Wijbenga. Ze worden voor het merendeel veroorzaakt door de mentaliteitsveranderingen van de bewoners van Rotterdam, maar ook doordat de containers niet op tijd worden geleegd. Er blijkt na onderzoek een tijdsverschil van 18 uur te bestaan tussen het moment waarop de sensor afgaat en het legen van de volle container.

Dries Mosch, tot 2018 de nestor van de Rotterdamse gemeenteraad en sinds een maand terug in de gebiedscommissie van Overschie, is dat te weten gekomen na een zelfstandig onderzoek bij Stadstoezicht. ‘’Er is niks mis met de sensors, maar het systeem klopt niet’’, vertelt hij. ‘’Als de sensor afgaat zou er tempo moeten zijn. Maar er komt daarna een beweging van een schildpad op gang. Die duurt zo lang, dat er uiteindelijk veel te veel rij-uren moeten worden gemaakt. Want als na 18 uur eindelijk een container geleegd is, is er inmiddels in de buurt wel weer een andere sensor afgegaan en het legen van die vraagt ook 18 uur. Terwijl als er sensormeldingen van ook halve volle containers zouden binnenkomen, dan zouden die in één straat in één klap geleegd kunnen worden. Anders gezegd: er staan in een straat 5 vuilcontainers en er is er 1 vol, dan wordt alleen die ene geleegd, terwijl die andere 4 binnen de kortst mogelijke tijd een nieuw probleem geven.’’

‘’Waar is de logica in het denken”’, vraagt Mosch zich af, die denkt dat het probleem voor Wijbenga opgelost is wanneer hij kan zorgen dat het tempo na de melding wordt opgeschroefd, maar óók met een sensor in half volle containers. ‘’Dat er daarnaast ook banken en stoelen naast de containers staan, is asociaal. Maar dat gedrag wordt uitgelokt door de vuilniszakken als naastplaatsingen.’’